Aangepaste kledingeisen praktijkexamen motor per 1 mei 2024

AANGEPASTE KLEDINGEISEN PRAKTIJKEXAMEN MOTOR PER 1 MEI 2024


Het dragen van een helm met vizier of bril wordt verplicht vanaf 1 mei 2024 voor kandidaten bij een motorpraktijkexamen. Ook zijn er aanvullende eisen opgesteld zodat duidelijker is waar een beschermende uitrusting aan moet voldoen.


WAT MERK JE HIERVAN BIJ EEN PRAKTIJKEXAMEN MOTOR?
Vanaf 1 mei 2024 kun je verwachten dat de examinator tijdens het ontvangstgesprek met je in gesprek gaat over je uitrusting. De examinator beoordeelt jouw uitrusting op het oog. Daarnaast kan de examinator vragen aan je stellen. Zo kan hij bijvoorbeeld vragen of je kleding protectoren heeft. De examinator kan je ook wijzen op je eigen verantwoordelijkheid om een uitrusting te dragen die voldoende bescherming biedt. Er wordt niet gereden als jouw uitrusting volgens het oordeel van de examinator niet aan de gestelde eisen voldoet.


WELKE KLEDING MOET JE AAN?
Voor de uitrusting (helm, schoeisel, handschoenen en kleding) geldt dat deze een redelijke mate van bescherming moet bieden, ook tegen en/of rekening houdende met de heersende, dan wel redelijkerwijs te verwachten (weers)omstandigheden. Deze bescherming is zodanig dat bij (onvoorzien) contact met het wegdek of de motor (bv. de uitlaat) niet direct letsel ontstaat.
Voor motorexamens en -toetsen heb je daarom de volgende uitrusting aan:

- Een goedgekeurde (ECE-keurmerk) en goedpassende motorhelm met vizier en sluiting om deze op het hoofd te bevestigen. Een goedgekeurde helm met sluiting, maar zonder vizier wordt toegestaan wanneer een (zonne)bril wordt gedragen;
- Stevige schoenen, die tenminste de enkels bedekken en beschermen;- Handschoenen, die de hand en pols volledig bedekken en beschermen;
- Een broek, die de benen volledig bedekt en beschermt;
- Een jas, die het bovenlichaam en de armen volledig bedekt en beschermt.

Voor de beschermende kleding, handschoenen en schoeisel geldt daarnaast dat deze in ieder geval wordt toegelaten als deze aangepast is aan de heersende dan wel redelijkerwijs te verwachten (weers)omstandigheden en:
1. Speciaal bedoeld is voor motorrijders;
2. Voorzien is van protectoren; én
3. CE gecertificeerd is.


Voldoet de kleding niet (geheel) aan deze drie eisen, dan moet op het eerste gezicht aannemelijk zijn dat de kleding onder de te verwachten (weers)omstandigheden voldoende bescherming kan bieden bij (onvoorzien) contact met het wegdek of de motor (bv. de uitlaat, of schakel- en rempedaal) zodat niet direct letsel ontstaat. Het CBR kan geen garanties afgeven ten aanzien van deze bescherming. De kandidaat aanvaardt zelf de risico’s van het niet voldoen aan de eisen.


De examinator controleert en bepaalt of je de juiste uitrusting aan hebt om aan het praktijkexamen motor deel te nemen.


Een aantal voorbeelden van NIET toegestane uitrusting zijn:
- Onvoldoende warme kleding bij kou (op basis van de gevoelstemperatuur);
- Een motorhelm met een zichtbare breuk in de helm of wanneer een helm te groot is en voor de ogen zakt;
- Schoeisel van stof, met een uitrekbare band of met onvoldoende bescherming rondom de enkel (zoals Chelsea boots of allstars);
- Een spijkerbroek zonder slijtvast materiaal (zoals kevlar, Cordura of Twaron).

Artikel 1 t/m 1 van 11